In het steeds evoluerende landschap van erkende assistentiewoningen zien we een opvallende tendens: sommige aanbieders en ledenorganisaties blijven vasthouden aan het oude paradigma waarin “meer uren woonassistentie” automatisch gelijkstaat aan “meer kwaliteit”. Tijd om die mythe kritisch te doorprikken.
Wat werkelijk telt voor bewoners: nabijheid, betrokkenheid en bereikbaarheid
Paloma Vlaanderen kiest resoluut voor een efficiënt en doordacht model, waarbij woonassistentie niet wordt opgeblazen tot een marketinginstrument, maar net zorgvuldig wordt afgestemd op wat bewoners écht nodig hebben: bereikbaarheid, coördinatie en een persoonlijke benadering. Onze aanpak vertrekt vanuit de vraag van de bewoner, niet vanuit het aantal klokuren aanwezig te zijn achter de PC. Als Paloma hebben we projecten waarbij we 4u per week aanwezig zijn. Maar ook heel wat projecten waar we 20, 30 tot zelfs 60u per week aanwezig zijn in de groep van assistentiewoningen.
We merken in de praktijk: bewoners blijven bij ons langer bij ons zelfstandig wonen omdat ze reeds vroeger de stap zetten. Logisch want bij alle andere aanbieders moeten ze 10 tot 20€ per dag betalen wat voor een vitale 67 jarige gewoon ondenkbaar is. Het zou toch jammer zijn wanneer we de 65 tot 80 jarigen zouden overslaan, niet? Bewoners voelen zich bij Paloma goed omringd én geven spontaan aan dat ze zich gehoord en gezien voelen. Inspectieverslagen van de Zorginspectie bevestigen die tevredenheid en professionaliteit van Paloma. En belangrijker nog: onze residenties zitten vol. In een markt die steeds competitiever wordt, zegt dat veel.

Assistentiewoningen zijn geen kopieën van elkaar
Wie beweert dat er slechts één manier is om kwaliteit te bieden binnen assistentiewonen, miskent de diversiteit van het landschap. Vandaag bestaan er drie duidelijke modellen:
- Residentie die fysiek gekoppeld is aan een woonzorgcentrum
- De luxeconcepten met veel uren aanwezigheid en hoge servicekosten
- Betaalbare hedendaagse assistentiewoningen met goed uitgewerkte facultatieve dienstverlening
Elke bewoner is anders, elke regio vraagt iets anders. En dus is er ruimte voor meerdere benaderingen in de markt van assistentiewoningen. Wanneer je als groepering wil gaan voor het leveren van veel uren woonassistent (omdat je gelooft dat dit de enige manier is om kwaliteit te leveren) dan moet je hiervoor gaan. Maar wees dan volwassen genoeg om toe te geven dat hierdoor het maandelijks prijskaartje de hoogte in gaat en dat hierdoor vaak de verhuur en verkoop moeilijker loopt.
Subsidiëring van de woonassistent
Dat er in de toekomst misschien meer middelen worden vrijgemaakt om meer kwaliteit te kunnen bieden aan de bewoners van assistentiewoningen vinden we bij Paloma helemaal OK. “Om dit dan te reduceren tot het subsidiëren van de uren woonassistent vind ik kortzichtig” zegt Bestuurder Marc Driesen. Want je weet zo wat er gaat gebeuren: de groepen die het nu moeilijk hebben met hun bezettingsgraden (vaak met als hoofdreden de te hoge servicekosten of een model waar onvoldoende vraag naar is) gaan deze”premie” voor de woonassistent volop aanmoedigen. Deze groepen gaan dan 3x langs de kassa passeren: ten eerste met het blijven innen van hun hoge servicekosten bij de bestaande bewoners, het blijven innen van hun hoge leegstandsvergoedingen + mogelijks in de toekomst het bekomen van een subsidie voor hun uren woonassistentie. Gaat dit de kwaliteit verhogen? Gaat dit de bezettingsgraad verhogen? Ik vrees van niet. Of gaan ze owv deze premie hun servicekosten verlagen? Ik vrees van niet.
Conclusie
Laat ons dus ophouden met de illusie dat kwaliteit enkel ontstaat door “meer uren” te kloppen. Kwaliteit ontstaat door betere keuzes te maken. Slimmere keuzes. En bovenal: door te luisteren naar wie centraal zou moeten staan in dit verhaal — de bewoners.